Merlijn de grote tovenaar zag op een dag langs de boulvard een kleine jongen zeer bedaard met wipneus en weerspannig haar. Merlijn zei : Jongen kom een hier, met wat doe ik je nou plezier ? Je moet het even overwegen, al wat je wil zal ik je geven.
Maar de knaap
zei onbevreesd : Meneer,
meneer, ach meneer. Ach meneer
een mooie vogel wil ik zijn, met sterke
vleugels alstublieft meneer Merlijn. Een mooie
vogel in de lucht, met pluimen,
poten en een vlucht en alle
kleuren van de regenboog. Ah, ah, Ach meneer een
mooie vogel wik ik zijn, met sterke
vleugels alstublieft meneer Merlijn. Dan kan ik
slapen op een wolk, de lucht
doorklieven als een dolk en het
zonlicht vangen met een boog. Ach, meneer
een mooie vogel wil ik zijn.
Merlijn zei : Jongen luister even als je dat wil zal ik het je geven ! Bedenk alvorens uit te kiezen : je zou een mooie kans verliezen. Wil je dan liever niet wat kracht en heel de wereld in je macht? Of wil je rijk zijn en heel wijs, of koning in een groot paleis ?
Maar de knaap
zei onbevreesd : Meneer,
meneer, ach meneer. Ach meneer
een mooie vogel wil ik zijn, met sterke
vleugels alstublieft meneer Merlijn. Een mooie
vogel in de lucht, met pluimen,
poten en een vlucht en alle
kleuren van de regenboog. Ah, ah, Ach meneer
een mooie vogel wil ik zijn, met sterke
vleugels alstublieft meneer Merlijn. Dan kan ik
slapen op een wolk, de lucht
doorklieven als een dolk en het
zonlicht vangen met een boog. Ach, meneer
een mooie vogel wil ik zijn.
En sindsdien zit er boven in de lucht een nieuwe vogel in zijn dolle vlucht. U zeggen waar ie ergens hangt, het zonlicht in zijn boogvlucht vangt, of hij Merlijn nog heeft bedank, heeft dat belang ? al wat ik weet, is wat ie deed, hij maakt plezier, hij maakt plezier als een mooi dier, ergens ver van hier ! |