Toverbollenbergen

Toverbollenbergen

Op een avond van don’kre dag zo rond de klok van negen.

De lucht zat dicht ‘t was koud en guur met liters zure regen.

Plots zag ik ginds aan de horizon een felle stoet van dwergen.

Ze riepen mij : GA MET ONS MEE ! Naar de toverbollenbergen.

In de toverbollenbergen schijnt de zon wel ied’re dag.

Je doet er alles wat je wil er is niets wat niet mag.

Buiten slapen is normaal, je hoeft niet op te staan.

Er is een bed van snoep op elke hoek

Je krijgt er ‘s morgens krentenkoek

In de toverbollenbergen.

In de toverbollenbergen is snoepen heel gezond.

IJsjes groeien aan een boom, chocola schiet uit de grond.

Frietjes bakken van zichzelf en taart is er genoeg.

Maar rode biet dat eet je niet,

Maar er is geen wet die dat verbiedt

In de toverbollenbergen.

In de toverbollen daar ben je nooit eens ziek.

Er is geen dokter of geen spuit er is zelfs geen kliniek.

Tandartsen die zijn er wel, maar ze zijn ontzettend lief.

Dus hé kom aan vlieg met de maan,

Grijp je kans en droom voortaan

In de toverbollenbergen.